De auto-industrie, een waardevolle industrie met toekomst voor België en Luxemburg

Hoewel de automobielindustrie nu grotendeels een globaal gegeven is, blijft ze een drijvende kracht voor de werkgelegenheid in België en Luxemburg. De sector is namelijk goed voor meer dan 160.000 directe en indirecte banen, en vertegenwoordigt 2,6% van het bbp.

Minerva, FN, Gillet, Imperia, Apal, Bovy: vóór de Tweede Wereldoorlog telden België en Luxemburg meer dan 100 automerken. Dat was te danken aan het feit dat onze regio’s tot de allereerste economische wereldmachten behoorden, en we de productie van kool, staal en ook precisiemechaniek goed onder de knie hadden. Jammer genoeg werd het veralgemeende protectionisme van de jaren 1930, dat erg winstgevend was voor grote markten als de Verenigde Staten, onze nationale merken fataal. Exporteren lukte niet meer en de eigen markt was veel te klein om rendabel te blijven.

Het feit dat België en Luxemburg geen merk van eigen bodem meer hebben (met uitzondering van Gillet) betekent niet dat de automobielindustrie niet meer aanwezig is. Onze knowhow en onze centrale ligging op het Europese continent maken onze landen immers ideaal voor activiteiten in deze sector. Natuurlijk blijven mislukkingen en sluitingen in het collectieve geheugen hangen. Denk maar aan Renault Vilvoorde in de jaren 1990, Opel Antwerpen iets later en meer recent Ford in Genk. Maar de zaken in dit licht zien, doet onrecht aan het belang van deze sector, die nog steeds goed is voor meer dan 160.000 directe en indirecte banen.

België en Luxemburg staan nog steeds aan de top voor de assemblage van voertuigen of voertuiguitrusting. Vooral de Volvo- en Audi-fabrieken blijven wereldwijde referenties, vaak verantwoordelijk voor de resterende assemblage van strategische of vernieuwende producten. De vooruitzichten voor deze fabrieken voor de komende jaren zijn veelbelovend. Net als die van de bandenfabrikant Goodyear in Luxemburg, die ook een van de grootste ontwikkelingscentra van de onderneming huisvest.

België is ook een belangrijke speler als het gaat om vrachtwagens. Volvo Trucks in Gent bijvoorbeeld produceert meer dan 45.000 trekkers per jaar. En bij DAF wordt hetzelfde volume geproduceerd. Alleen al in de vrachtwagenassemblage zijn meer dan 17.000 mensen werkzaam (cijfers Agoria 2018).

Als je de federaties Traxio en Renta samentelt, zijn er meer dan 10.000 bedrijven werkzaam in de automobielsector. Het is niet algemeen bekend, maar de transmissies van veel sportwagens zoals Ferrari, AMG, enz. worden ontwikkeld en geperfectioneerd bij Tremec in Zeldegem. En zo zijn er nog voorbeelden: Tenneco (Sint-Truiden) produceert ophangingen, AGC Automotive navigatiesystemen (Bergen), AWEurope (Eigenbrakel) ontwikkelt automatische versnellingsbakken en AURO Technologies produceert audiosystemen voor Porche. Miljoenen gesofisticeerde en delicate onderdelen, zoals verlichtings- of remsystemen, worden vervaardigd in bedrijven in ons land, zoals VCST, VALEO, Continental, JTEKT, TYCO Electronics Belgium…

Zoals je ziet, hebben België en Luxemburg een bijzonder actieve en bloeiende automobielindustrie. En deze activiteit zorgt ook voor innovatie. Verscheidene belangrijke centra voor onderzoek en ontwikkeling zijn immers ook in België of Luxemburg gevestigd: Goodyear in Colmar-Berg, Ford in Lommel, Toyota in Zaventem en AWEurope in Eigenbrakel. Ook andere bedrijven werken aan de producten van de toekomst, en aan recyclingkanalen voor voertuigen (VDL-Bus, Van Hool, Punch Powertrain, Umicore, PEC, Leclanché, Solvay, enz.). Kortom: we kunnen echt spreken van een waardeketen in de automobielsector in België en het Groothertogdom Luxemburg, en we mogen zeker trots zijn dat we zoveel toonaangevende spelers mogen huisvesten.