Tot voor kort waren rijhulpsystemen voorbehouden voor auto's. Alles evolueert echter en motorrijders hebben nu ook toegang tot deze systemen. Iedereen kan overvallen worden door een moment van onoplettendheid of een slechte beweging. In die gevallen zal je het op prijs stellen als je motorfiets een echte bondgenoot is en over deze systemen beschikt.
Het risico op ongevallen verminderen is de doelstelling van de fabrikanten van je tweewieler. Ze integreren deze slimme systemen dus niet alleen om veiligheidsredenen, maar ook om je meer comfort te bieden en je rijgedrag te vergemakkelijken. Voertuigen kunnen bepaalde gevaren detecteren en reageren nog voordat de bestuurder de juiste reflex aanneemt. Dit zijn de voornaamste rijhulpsystemen (ADAS):
- ABS: waarschijnlijk het oudste systeem, sinds 2017 verplicht voor motoren van meer dan 125 cc. Het voorkomt dat de wielen blokkeren tijdens het remmen, wat de stabiliteit aanzienlijk verbetert en het mogelijk maakt om te blijven sturen.
- Bochten-ABS: voorkomt dat de motor in een bocht rechtkomt en dat het voorwiel slipt. Het draagt bij tot het behoud van het goede traject. De theorie leert ons om niet af te remmen in een bocht, maar een noodsituatie kan zich altijd voordoen.
- Traction Control of anti-slip: een ondergrond bedekt met dode of platgetrapte bladeren, een doorgang in gras of over grind, … Als motorrijder wordt je vaak geconfronteerd met situaties waar de ondergrond glad is. Het anti-slipsysteem zal je dan helpen. Het vermogen naar de wielen wordt dan beperkt zolang er wielslip wordt gedetecteerd. De tussenkomst van Traction Control zal ook helpen zijn bij een bocht op een natte ondergrond.
- Stoppie Control: zelfs al wordt de stoppie voor sommigen beschouwd als een stijlfiguur, toch vormt ze een reëel risico op ongevallen. Als je te hard op het voorwiel remt, kan de voorvork naar beneden zakken en de achterzijde van de motorfiets omhoog komen. Dit hulpsysteem voorkomt dat het voorwiel blokkeert.
- Wheelie Control: zelfs ongewild komt je voorwiel bij sterk accelereren van de grond. Het hulpsysteem wordt ingeschakeld wanneer het detecteert dat het voorwiel omhoog komt en dan het door de motor geleverde koppel te regelen dit te voorkomen.
Naast al deze uitrustingen die rechtstreeks inwerken op het gedrag van de motor, bestaan er ook uitrustingen die het rijden vergemakkelijken:
- cruisecontrol (al dan niet adaptief)
- dodehoekdetectie
- adaptieve ophanging (afhankelijk van het gebruik en/of de belasting)
- adaptieve verlichting
- noodoproep bij een val
- Hill Start Control (ondersteuning om te vertrekken op een helling)
Het is altijd beter om op een motor te zitten die goed uitgerust is met hulpsystemen, maar let op want de wetten van de fysica wegen altijd zwaarder door. Voorzichtig blijven is het allerbelangrijkste.